Terugblik afbouwen antidepressiva

19 april 2018

Met maar liefst 80 deelnemende huisartsen, praktijkondersteuners GGZ en psychologen voorzag de bijeenkomst op 22 maart over het afbouwen van antidepressiva duidelijk in een behoefte.

Meer dan een miljoen mensen in Nederland gebruiken antidepressiva. Het is van belang dat deze mensen geholpen worden als zij hun gebruik af willen bouwen. De afgelopen jaren hebben huisartsen, psychologen, psychiaters en apothekers daarbij te weinig ondersteuning geboden. Er is weinig wetenschappelijke kennis en praktische  ervaring beschikbaar over de juiste begeleiding en ondersteuning van het afbouwen. Vaak wordt onderschat hoe moeilijk het afbouwen is. De laatste jaren komt daar verandering in en is er meer aandacht voor onderzoek en afbouwmethoden.

Binnen de pilots Eerstelijns GGZ is onder meer afgesproken na te gaan wat de mogelijkheden zijn voor het afbouwen en staken van langdurig gebruik van antidepressiva. In dat licht organiseerde ELANN samen met de GHC, de GPC en het Platform Praktijkondersteuners GGZ op 22 maart een nascholing omtrent de nieuwste inzichten en kennis over het afbouwen van antidepressiva in de huisartsenpraktijk. Naast het delen van kennis over afbouwmethoden werd een praktische handreiking gedaan hoe mensen in de huisartsenpraktijk begeleid kunnen worden bij het afbouwen van langdurig gebruik van antidepressiva. Met een opkomst van maar liefst 80 huisartsen, POH GGZ en psychologen bleek de nascholing duidelijk in een behoefte te voorzien.

Patiënten ervaringen

De nascholing opende met een persoonlijk verhaal van een patiënt over zijn ervaringen met het afbouwen van het gebruik van antidepressiva. De invoelbare beschrijving van de door hem ervaren klachten bij het afbouwen maakte duidelijk dat het venijn vooral in de staart blijkt te zitten.

Psycho-educatie

Kamina Ho Pian, psychiater en psychotherapeut in het UMCG, ging in haar presentatie in op het belang van de halfwaardetijd bij het stoppen met antidepressiva. Als regel moet worden aangehouden: 5 x T1/2 =0.  Dat wil zeggen dat bij een halfwaardetijd van 7 uur een middel na 5 x 7 = 35 uur uit het lichaam verdwenen is. Hoe korter de halfwaardetijd, hoe lastiger het afbouwen. Hoe langer de halfwaardetijd, des te langzamer het middel volledig uit het lichaam verdwijnt. Het grootste probleem bij het afbouwen ligt bij de allerlaatste stap. Het afbouwen van de laagste dosering is het moeilijkst voor patiënten. Een goede begeleiding met psycho-educatie is van groot belang. Uitleg over de klachten die de patiënt bij afbouwen kan ervaren is essentieel. Bijvoorbeeld het bespreken van onttrekkingsverschijnselen. Die zijn te onderscheiden van een terugkeer van een depressie of angststoornis, en gaan vanzelf over, maar kunnen wel heftig zijn. Het advies is om heel rustig af te bouwen, dan kun je ook herkennen of de depressie of angst terugkeert.  Af te raden is om de dag medicatie te gebruiken als afbouwmethode.  Maar als een patiënt in een keer wil stoppen, dan is dat niet gevaarlijk. Het belangrijkste is goede psycho-educatie en de patiënt zelf aan het roer te laten in het proces van afbouwen.

Literatuuronderzoek

Vervolgens vertelde Huib Burger, arts-epidemioloog bij de afdeling Huisartsgeneeskunde en Ouderengeneeskunde UMCG, wat de wetenschap ons te bieden heeft. Dit bleek tot zijn verwondering verrassend weinig te zijn. Meer dan een miljoen mensen slikt een antidepressivum, waarvan tweederde een SSRI.  Een derde van deze mensen slikt de medicatie langer dan een jaar, ook al zijn ze klachtenvrij of hebben ze juist last van bijwerkingen. Hij stelde vier klinische vragen zoals kunnen we wel afbouwen, zo ja, wanneer, en bij wie wel en bij wie niet, en hoe. Duidelijk werd dat er nog weinig evidence is waarmee deze cruciale vragen beantwoord kunnen worden. Feit is dat als de patiënt gestabiliseerd is met een antidepressivum er minstens een half jaar doorbehandeld moet worden, voordat afbouwen kan worden overwogen. Bij meerdere depressieve episoden is het risico op terugval groter en moet er langer worden doorbehandeld. Een belangrijke term uit zijn voordracht is het ‘gepersonaliseerd’ afbouwen.     

Onderzoek Radboud UMC

Na de pauze vertelde Carolien Wentink, psycholoog, promovenda en onderzoeker bij Radboud UMC, over haar promotieonderzoek ‘De praktische kanten van het afbouwen van antidepressiva in de eerste lijn’.  Aan bod kwamen onder meer:

1. Wanneer en hoe kun je het gesprek aangaan over al dan niet afbouwen; wat zeggen de verschillende richtlijnen hierover, welke ervaringen hebben we met het uitnodigen van lange termijn gebruikers van antidepressiva en hun reacties;

2. Welke onderwerpen laat je in een afbouwgesprek aan de orde komen; bevindingen uit de ontwikkeling van de Keuzehulp Afbouw van antidepressiva;

3. Een afbouwschema op maat maken; patiënten vinden dosering en tempo één van de belangrijkste onderdelen van het afbouwproces, welk mogelijkheden zijn er en introductie van het afbouwprotocol met afbouwsuggesties.

4. Begeleiding tijdens het afbouwproces door huisarts en/of POH-GGZ; gebaseerd op de globale leidraad afbouwbegeleiding door POH-GGZ en de ervaringen die tot op heden gedurende het onderzoek werden opgedaan.

Al met al een heel praktisch verhaal waar de zorgaanbieders in de zaal mee aan de slag kunnen in hun praktijken.

Uit de reacties en de evaluaties bleek het een zeer geslaagde nascholing te zijn geweest. Wellicht dat er nog een herhaling of een vervolg komt.

Informatie

Voor meer informatie over de pilots EGGZ en de nascholing kunt u bellen of mailen met Roelinda Bos, telefoon 050 3666445.

Terug naar overzicht