ICT binnen de zorgpraktijk

17 september 2019

Wat zijn de wensen op het gebied van ICT in de dagelijkse zorgpraktijk? Hoe staat het er met de ICT binnen de zorgpraktijk voor? Deze twee vragen waren leidend tijdens het Eerstelijnsoverleg (ELO) in juli dit jaar. Tijdens het ELO zijn alle eerstelijns beroepsgroepen vertegenwoordigd. Doel van dit overleg is om elkaar te informeren, van elkaar te leren en gemeenschappelijke vraagstukken te delen. Benieuwd naar de uitkomsten van het afgelopen overleg? Lees dan verder!

ICT in drie onderdelen
Tijdens het ELO-overleg werden de drie onderdelen van het onderwerp ICT in de zorgpraktijk bij de kop gepakt, namelijk ICT voor de eigen bedrijfsvoering, ICT voor communicatie met andere zorgaanbieders en ICT voor de patiëntencommunicatie.

ICT voor eigen bedrijfsvoering
Elke zorgaanbieder heeft meerdere systemen nodig, zoals specifieke programma’s voor het registreren van de patiëntencontacten, boekhoudprogramma’s en mail/office-applicaties. Minder systemen en het samenbrengen van verschillende systemen werden als grootste wensen genoemd.

ICT voor communicatie met andere zorgaanbieders
Uniformiteit is ook van belang bij communicatie met andere zorgaanbieders. Er zijn ontzettend veel programma’s en apps om de communicatie mogelijk te maken, maar daardoor zie je soms door de bomen het bos niet meer. Daarnaast vindt de communicatie via allerlei wegen plaats: digitaal, telefonisch, schriftelijk en via de fax. Er wordt een grote hoeveelheid aan soorten programma’s/apps genoemd, o.a. ZorgMail, Siilo, ZIVVER, VIPLive, reguliere mail, ZorgDomein, WhatsApp, Boomerweb en LSP. De wens is om meer in te zetten op de digitalisering zodat de communicatie makkelijker en sneller verloopt en tweerichtingsverkeer mogelijk beter te realiseren is, waarbij de kosten laag moeten blijven. Een koppeling tussen de diverse systemen is daarbij een grote wens.

ICT voor communicatie met patiënten
Voor het inzetten van ICT voor communicatie met patiënten worden voordelen benoemd. Denk hierbij aan: laagdrempeligheid, het niet tijdgebonden zijn en de zelfredzaamheid van de patiënt. De keerzijde is dat de zorgaanbieders dan de fysieke controle missen. Dit maakt het ook onpersoonlijker. De kosten worden als derde nadeel genoemd. E-health is mogelijk, mits de privacy-voorwaarden gewaarborgd zijn en de ICT ondersteunend en niet leidend is.

Prioriteit
Er is veel besproken tijdens het ELO. Maar wat heeft nou de prioriteit? Volgens de zorgaanbieders is dat het verbeteren van de ICT voor de communicatie met andere zorgaanbieders. De problematiek van patiënten wordt complexer en verdere digitalisering betekent veel voor de bereikbaarheid en het onderlinge contact.

Hoe nu verder?
Het ELO brengt ons allemaal verder en levert input voor bijvoorbeeld de eerstkomende ICT commissie. Dit zorgt onder andere voor een mooi voorbeeld op de agenda van deze commissie, want hoe werkt nu bijvoorbeeld de communicatie tussen huisarts en verloskundige zo optimaal mogelijk? Samen met een huisarts en verloskundige, die met dat vraagstuk bezig zijn, zal de discussie gevoerd worden.

Terug naar overzicht